We dansen vermomd,
en we gaan drinken met valse baarden.
Tot de hemel brandt,
op de weg naar huis,
en stelen fruit uit verboden tuinen.
Mijn hart is een camper,
en ik wil gaan zeilen,
en elke dag is alles nieuw.
En alles is goed,
niets maakt mij bang.
En ik ben je altijd nog trouw.
Alleen jouw lieve gezicht
maakt dat ik thuis ben op deze wereld.
Daarvoor blijf ik hier
en daarvoor kom ik terug,
en daarvoor kunnen jullie me
allemaal gestolen zijn.
Ik heb verloren bagage,
het is ergens, maar
nog altijd van mij - en
Alleen jouw lieve gezicht
maakt dat ik thuis ben op deze wereld.
Een zendmast zend uit
en ik heb mijn rakettenrugzak op.
Ik moet er weer vandoor,
ik moet heel hoog naar boven.
En ik doe veel moeite om alleen
tevreden te zijn
en misschien ziet het er zo uit.
Dan ben ik uiteindelijk tevreden
maar, dus niet thuis - want
Alleen jouw lieve gezicht
maakt dat ik thuis ben op deze wereld.