Vijf wilde zwanen trokken eens,
Zwanen, schitterend wit en schoon.
Vijf wilde zwanen trokken eens,
Zwanen, schitterend wit en schoon.
Zing, zing, wat gebeurde er?
Geen werd meer gezien, ja.
Zing, zing, wat gebeurde er?
Geen werd meer gezien, ja.
Er groeiden eens vijf jonge berken
Groen en fris aan de oever van de beek.
Er groeiden eens vijf jonge berken
Groen en fris aan de oever van de beek.
Zing, zing, wat gebeurde er?
Geen enkele kwam tot bloei, ja
Zing, zing, wat gebeurde er?
Geen enkele kwam tot bloei, ja
Er trokken eens vijf jonge knapen
Trots en flink ten strijde.
Er trokken eens vijf jonge knapen
Trots en flink ten strijde.
Zing, zing, wat gebeurde er?
Geen keerde naar huis terug, ja.
Zing, zing, wat gebeurde er?
Geen keerde naar huis terug, ja.
Er groeiden eens vijf jonge meisjes op
Slank en schoon aan Memels oever.
Er groeiden eens vijf jonge meisjes op
Slank en schoon op aan Memels oever.
Zing, zing, wat gebeurde er?
Geen vlocht de bruidskrans, ja.
Zing, zing, wat gebeurde er?
Geen vlocht de bruidskrans, ja.