Langs de lanen en de huizen
Loop je helemaal alleen,
De eerste sneeuwval
Daalt neer over jouw stad .
Dag na dag
En jaar na jaar
Volgen elkaar steeds sneller
En de nevel drijft over de winterse rivier...
Je hoeft je nergens naartoe te haasten,
's Nachts ben je een eenzame gevangene,
En je verwacht van het leven
Geen veranderingen.
Opnieuw verschijnt de droom
Dat we weer samen zijn,
En tranen op het hoofdkussen
Allemaal om hem.
Refrein:
Kersje, kersje,
Winterkersje -
Een wonderbaarlijke geur van bessen.
De witte sneeuw daalt
Bijna onhoorbaar neer.
Hieraan
Treft niemand schuld.
Alleen die stemmen
Die ergens anders klinken,
Af en toe rinkelen telefoons,
Die je wekken in het holst van de nacht.
Je wikkelt je in een oude plaid,
Je verbergt je erin voor het oude onheil,
Jij, met gesloten ogen,
Huilt over je noodlot.
Je hoeft je nergens naartoe te haasten,
's Nachts ben je een eenzame gevangene,
En je verwacht van het leven
Geen veranderingen.
Opnieuw verschijnt de droom
Dat we weer samen zijn,
En tranen op het hoofdkussen
Allemaal om hem.
Refrein:
Kersje, kersje,
Winterkersje -
Een wonderbaarlijke geur van bessen.
De witte sneeuw daalt
Bijna onhoorbaar neer.
Hieraan
Treft niemand schuld.