Het was in een dorp aan zee na een concert
jij heerste achter de toog van het enige café dat we open vonden,
fluister een lied in mijn oor en ik schenk je een Cubalibre,
op één voorwaarde, dat je het balkon van je kattenogen voor me open laat
Bezeten om je slaapkamergeheimen te leren kennen
zong ik die nacht aan de piano mijn hele repertoire tot aan de dageraad
De klanten van het café vertrokken een voor een,
jij ging naar buiten om af te sluiten en ik zei bij mezelf, pas op vent, je bent verliefd
Later gebeurde alles nogal plotseling, jouw vinger tekende
een hart op mijn rug en mijn hand deed hetzelfde onder jouw rok.
Onderweg naar het hotel zoenden we bij elke lantaarnpaal,
het was een dorp aan zee, ik wilde met je naar bed en jij wilde niet alleen slapen
En voor ons sloeg het tien uur, elf uur,
twaalf uur en een uur, twee uur en drie uur
en toen de avond viel vond de maan ons naakt
We namen afscheid, hopelijk zien we elkaar weer,
de zomer was voorbij, de herfst duurde zolang als nodig was om de winter in te pakken
En het toeval bracht me de volgende zomer opnieuw
naar jouw dorp en aan het slot van het concert begon ik tussen de mensen je gezicht te zoeken
en ik vond niemand die ook maar een woord over je kon vertellen
het leek net of het lot me een lugubere poets wilde bakken
Niemand achter de bar kende ik van de vorige zomer,
in plaats van jouw café trof ik een filiaal aan van de Banco Hispanoamericano,
en ik heb de herinnering aan je gewroken en stenen door de ramen gegooid,
ik weet dat ik het niet heb gedroomd, ik protesteerde toen de polite me boeide,
in mijn verklaring voerde ik aan dat ik drie glazen op had
em ik begon dit lied in de kamer waar ik je de vorige keer heb uitgekleed