Slaap komt me niet bezoeken, dus ik verstik me op de zon
En de dagen vervagen tot één
En de achterkanten van mijn ogen
Brommen met dingen die ik nooit heb gedaan
Lakens slingeren aan een oude waslijn
Als een rij gevangen spoken
Over oud, dood gras
Het was nooit veel, maar we maakte er het beste van
Welkom thuis
Schepen lanceren van mijn borst
Sommige hebben namen, maar de meeste niet
Als je er één vind
Laat me dan alsjeblieft weten welk stukje ik verloren ben
Pel de littekens van mijn rug af
Ik heb ze niet meer nodig
Je kan ze weggooien
Of ze in je metselaarkruiken bewaren
Ik ben thuis gekomen
Alle nachtmerries zijn ontsnapt uit mijn hoofd
Versper de deur, laat ze alsjeblieft niet binnen
Je had nooit weg moeten gaan
Nu splijt mijn hoofd bij de zomen
En ik weet niet of ik kan...
Hier, onder mijn longen
Voel ik je duimen weer in mijn huid duwen