Ach mijn lief, ik moet gaan,
uit de landstreek van Tucuman.
Boven de Aconquija komt nu de zon op, mijn liefste.
Nooit en te nimmer vergeet ik jou.
Boven de Aconquija komt nu de zon op, mijn liefste.
Nooit en te nimmer vergeet ik jou.
Ach mijn lief, heel mijn hart,
voelt zich leeg en moedeloos.
En met mijn zakdoek, mijn liefste,
zeg ik je voor’t laatst vaarwel.
Met mijn zakdoek , mijn liefste,
zeg ik je voor’t laatst vaarwel.
Ach mijn lief, ik ga heen,
naar het er uit ziet, voor altijd,
Ellendig is mijn lot, jou te beminnen, mijn liefste
nu ik je verliezen moet.
Ellendig is mijn lot jou te beminnen
Morgenrood op mijn lijdensweg .
Bij zonsopgang ga ik op weg,
naar mijn landstreek van Chasquivil.
En zelfs het rinkelen van mijn sporen, zegt jou lief :
Hou me in herinnering.
En zelfs het rinkelen van mijn sporen, zegt jou lief :
Hou me in herinnering.
Samba ja, droefenis nee,
Is het verlangen van mijn hart.
Maar zelfs de samba wordt weemoedig, mijn liefste,
als je uit elkaar moet gaan.
Maar zelfs de samba wordt weemoedig, mijn liefste,
als je uit elkaar moet gaan.
Ach mijn lief, ik ga heen,
naar het er uit ziet, voor altijd,
Ellendig is mijn lot, jou te beminnen, mijn liefste
nu ik je verliezen moet.
Ellendig is mijn lot jou te beminnen
Morgenrood op mijn lijdensweg.
Vertaling : Teun M. Tieleman.