Er is een bitter gevoel in ons
En een gevoel van stof in alles
En de woede die ons overal volgt
Er zijn stiltes die veel zeggen
Meer dan alle woorden die men kan geven
En al die vragen die op niets slaan
Vanzelfsprekend
Vanzelfsprekend
Danst men nog
Op de akkoorden
Waar men zoveel van hield
Vanzelfsprekend
Vanzelfsprekend
Lacht men nog
Om stommiteiten
Zoals kinderen
Maar niet zoals voorheen
En de strijden waarin men zich smeet
't Is zoals een vermoeidheid, een afkeer
Waartoe dient het overal te lopen?
Ze houden toch die wonde in ons
Zoals een moddervlek
Die niets verandert, die alles verandert
Vanzelfsprekend
Vanzelfsprekend
Danst men nog
Op de akkoorden
Waar men zoveel van hield
Vanzelfsprekend
Vanzelfsprekend
Lacht men nog
Om stommiteiten
Zoals kinderen
Maar niet zoals voorheen