De ijzige winter sluipt nader
Donkere luchten boven ons
Bijtende vorst in de lucht
Duisternis omhult ons
De koude priemende herfstbries
Bolt het zeil van het vikingschip
Spoedig zullen meren en zeeën bevriezen
En zal sneeuw haar sluier neerleggen
Vele jaren zijn wij weggeweest
Vele oceanen hebben wij bevaren
Nu leidt de poolster ons op onze weg
nu wij huiswaarts gaan
Menige ontbering die wij doorstonden
Hebben ons rijkelijk bedeeld
Nu leidt de poolster ons huiswaarts
Volop beladen met goud
Menige vriend stierf onderweg
Slechts weinigen van ons bleven in leven
Maar ik nam gaarne hun plaats in
Ginds daarboven in Odens zaal
(Solo: Söderberg)
De ijzige winter sluipt nader
Donkere luchten boven ons
Bijtende vorst in de lucht
Duisternis omhult ons
Spoedig zullen meren en zeeën bevriezen
En zal sneeuw haar sluier neerleggen
En wij zullen verlangen naar de zomerbries
Waar wij onze zeilen naar zullen richten