Een leger wacht af
buiten deze muren.
Maar in deze zalen
voelen wij ons veilig.
Talloze aanvallen
hebben wij afgeslagen.
Zij zullen niet afdruipen,
zij kunnen niet worden beteugeld.
[Refrein:]
De voorraden raken op,
Uithongering wacht ons.
Versterkingen komen niet opdagen,
De dag is veel te laat.
Gebroken en verzwakt,
Wij zwichten niet.
Vooruitzichten zijn somber,
Wij kunnen niet winnen.
Er is geen hoop,
geen tijd voor geweeklaag.
Het eind van het koord.
Onze levens zijn verlopen.
Wij hebben het maandenlang uitgehouden
En gehoopt te worden afgelost
Onze vesting is nu onze tombe
en redding onze grote zorg.
Wij hebben het maandenlang uitgehouden
En gewacht te worden afgelost.
Onze toekomst komt nu op ons neer
Dit is de lotsbestemming.
[Refrein:]
De voorraden raken op,
Uithongering wacht ons.
Versterkingen kwamen nooit opdagen,
Terwijl het daglicht vermindert.
Er valt niets meer te verliezen.
Wij komen tijd tekort.
Er valt niets meer te kiezen,
behalve hoe wij zullen sterven
Open de poorten!
Nu vallen wij aan!
Rijdt het noodlot tegemoet!
Keer niet terug!
Sta de Koning bij!
Wij rijden de heerlijkheid tegemoet
Wapens en schild!
Samen sterven wij!
Alles is nu verloren!
Toon nu geen angst meer!
De hele wereld zal van onze dapperheid kennisnemen!
Alles is nu verloren!
Toon nu geen angst meer!
Een laatste uitval tot de dood of de overwinning!