Als de lente komt, dan stuur ik jou tulpen uit Amsterdam
Als de lente komt, pluk ik voor jou tulpen uit Amsterdam
Als ik wederkom, dan breng ik jou tulpen uit Amsterdam:
Duizend gele, duizend rooie, wensen jou het allermooiste
Wat m’n mond niet zeggen kan, zeggen tulpen uit Amsterdam
Jan uit de polder zei: "Antje, ach kind ik mag je zo graag
Hoe moet dat nou, liefste Antje, morgen ga ik naar Den Haag."
En bij die oer-oude molen klonk onder een hemel zo blauw:
"Ik heb je zo lief en jij hebt me lief,
ach Antje, 'k blijf jou altijd trouw!"
Als de lente komt, dan stuur ik jou tulpen uit Amsterdam
Als de lente komt, pluk ik voor jou tulpen uit Amsterdam
Als ik wederkom, dan breng ik jou tulpen uit Amsterdam
Duizend gele, duizend rooie, wensen jou het allermooiste
Wat m’n mond niet zeggen kan, zeggen tulpen uit Amsterdam
Zeggen tulpen uit Amsterdam