De winter heeft zich voor mij aangediend, ik kan niet verdergaan
De kluisters van mijn leven zijn sterk maar zullen spoedig teniet gaan. / Ik zal nogmaals mijn vleugels spreiden.
[Refrein:]
Is het een droom?
Allen die ik bemind heb roepen mij bij naam.
De zon verwarmt mijn gelaat.
Ik zie al mijn levensdagen aan mij voorbijtrekken.
Ik weet in mij hart dat ik kan loslaten.
Ik zal uiteindelijk innerlijke rust vinden.
Er zullen vanavond nieuwe vleugels aangroeien.
[Refrein]
Terwijl ik mij verhef ben ik één met de wind.
Ik verlang jou weer te zien, het is zo lang geleden.
Wij zullen weer bij elkaar zijn
[Refrein]