"En wie zijt gij," sprak trots de heer,
"dat ik diep buigen moet?
Alleen een kat met andre vel
is alles wat ik weet."
"In goudgeel vel, of rood gekleurd,
Nog is een leeuw beklauwd.
De mijne, net als die van u,
zijn lang en scherp, mijn heer."
En zo sprak hij, zo sprak hij dan
Die heer van Castamere
De regen stroomt nu over z'n zaal
En niemand die het hoort.
Ja de regen stroomt nu over z'n zaal
En niemand die het hoort.