Toen je klein was, was jij de koning van wortelbloemen
En hoe je een toren bouwde tuimelend door de bomen
In heilige ratelslangen dat rond jouw voeten vielen
En jouw moeder zou een vork recht in je vader's schouder steken
En vader zou het afval rond op de vloer gooien
Terwijl we liggen en leren waar onze lichamen voor waren
En dit is de kamer waar ik die avond wist dat ik van jou kon houden
En van boven jou hoe ik in jouw ziel zinkte
In die geheime plek waar niemand durft te gaan
En jouw moeder zou drinken totdat ze niet meer kon praten
En vader zou dromen over de verschillende manieren om dood te gaan
Elke keer een beetje meer dan hij durfde te doen