Wanneer we hier voor het eerst kwamen
Waren we koud en helder
Zonder kleuren op ons gelaat
We waren koud en vederlicht
En wanneer we hier voor het eerst kwamen.
We waren koud en helder
Zonder kleuren op ons gelaat
Tot je het kleurenbeeld binnenlaat
Zeg mijn naam
En elke kleur verlichte
Wij schijnen
En we waren nooit terug angstig
Zeg mijn naam
En elke kleur verlichte
Wij schijnen
En we waren nooit terug angstig
Zeg mijn naam
En elke kleur verlichte
Wij schijnen
En we waren nooit terug angstig
En wanneer we naar jou kwamen.
We waren gekleed in het blauw
Met de oceaan in onze armen
kussende ogen en kussende palmen
En wanneer het is tijd om te bidden
We waren allemaal gekleed in grijs
Met metaal op onze tongen
En zilver in onze longen
Zeg mijn naam
En elke kleur verlichte
Wij schijnen
En we waren nooit terug angstig
Zeg mijn naam
En elke kleur verlichte
Wij schijnen
En we waren nooit terug angstig
Zeg mijn naam
En elke kleur verlichte
Wij schijnen
En we waren nooit terug angstig
En we komen terug, we zijn gekleed in het zwart
En je roept onze namen luid
En we eten en slapen niet meer
En we dragen lichamen van hun graven
Zo zeg mijn naam
En elke kleur verlichte
En wij schijnen
En we worden nooit meer terug angstig
Zeg mijn naam
En elke kleur verlicht
Zeg mijn naam
En elke kleur verlichte
Wij schijnen
En we waren nooit terug angstig
Zeg mijn naam
En elke kleur verlichte
Wij schijnen
En we waren nooit terug angstig
Zeg mijn naam
Wij schijnen
Zeg mijn naam
Zeg mijn naam
En we worden nooit meer angstig