Ik ben iemand door niemand geliefd
Och jé, och jé, jé, jé
Iemand door niemand geliefd
Waar, waar, waar, waar, waarom
Hoewel ik weet dat het beangstigend klinkt
Heb ik op m'n knieën gebeden
Voor die zekere vrolijke charmante prins
Die bestemd was voor mij
Ik moet gauw voor mezelf iemand vinden
Of anders ga ik dood, dood, dood
Ik neem de man in de maan
Als hij 't mij toestond
Ik ben een eenzame Assepoester
Waar de romantiek aan voorbij gaat
Ik ben iemand door niemand geliefd
Och jé, och jé