Kleine mensen hebben geen reden
Kleine mensen hebben geen reden
Kleine mensen hebben geen reden
Van bestaan
Ze hebben kleine handjes
En kleine oogjes
En ze lopen
Hele grote leugens te vertellen
Ze hebben kleine neusjes
En kleine handjes
Ze dragen plateauzolen
Aan hun akelige voetjes
Dus wil ik
Geen kleine mensen
Geen kleine mensen
Geen kleine mensen
In m'n buurt
Kleine mensen zijn net
Als jij en ik
(Een dwaas zoals ik)
Alle mensen zijn broeders
Tot de dag dat ze sterven
(Wat is de wereld toch mooi)
Kleine mensen hebben niemand
Kleine mensen hebben niemand
Kleine mensen hebben niemand
Om van te houden
Ze hebben kleine kromme beentjes
En ze reiken zo laag
Dat je ze moet optillen
Om zelfs maar gedag te kunnen zeggen
Ze hebben kleine autootjes
Die tuut, tuut, tuut doen
Ze hebben kleine stemmetjes
Die piep, piep, piep doen
Ze hebben smerige kleine vingertjes
En een vieze kleine geest
Ze nemen je steeds weer te pakken
Dus wil ik
Geen kleine mensen
Geen kleine mensen
Geen kleine mensen
In m'n buurt