Ik heb het laten vallen, mijn hart
En toen het viel, kwam jij om het op te eisen
Het was donker en ik was voorbij
Totdat jij mijn lippen kuste en jij mij redde
Mijn handen, ze zijn sterk
Maar mijn knieën waren veel te zwak
Om in je armen te staan
Zonder aan je voeten te vallen
Maar er is een kant aan jou
Die ik nooit kende, nooit kende
Al die dingen die je zei
Ze waren nooit waar, nooit waar
En de spellen die je speelde
Zou je altijd winnen, altijd winnen
Maar ik zette de regen in brand
Zag het vallen terwijl ik je gezicht aanraakte
Tenminste, het brandde terwijl ik huilde
Want ik hoorde het jouw naam schreeuwen, jouw naam!
Toen ik bij jou lag
Kon ik daar blijven
Doe mijn ogen dicht
Voel je hier voor altijd
Jij en ik samen
Niks wordt beter
Want er is een kant aan jou
Die ik nooit kende, nooit kende
Al die dingen die je zei
Ze waren nooit waar, nooit waar
En de spellen die je speelde
Zou je altijd winnen, altijd winnen
Maar ik zette de regen in brand
Zag het vallen terwijl ik je gezicht aanraakte
Tenminste, het brandde terwijl ik huilde
Want ik hoorde het jouw naam schreeuwen, jouw naam!
Ik zette de regen in brand
En ik gooide ons in de vlammen
Tenminste, het voelde alsof er iets sterfte
Omdat ik wist dat het de laatste keer was, de laatste keer!
Soms word ik wakker bij de deur,
Dat hart dat je ving, zal wel op je wachten
Zelfs nu we bijna voorbij zijn
Kan ik mezelf niet helpen om naar je uit te kijken
Ik zette de regen in brand
Zag het vallen terwijl ik je gezicht aanraakte
Tenminste, het brandde terwijl ik huilde
Want ik hoorde het jouw naam schreeuwen, jouw naam!
Ik zette de regen in brand
En ik gooide ons in de vlammen
Tenminste, het voelde alsof er iets sterfte
Omdat ik wist dat het de laatste keer was
De laatste keer, oh, oh!
Laat het branden