De liefde die ik nooit wenste
Probeert me te overtuigen
Dat men slechts gelukkig kan zijn
Wiens leven haar toebehoort.
Ik vertrouwde mijn lot
Dingen toe die ik niet herken,
Een piepklein glimlachje
En een traan in een zakdoek.
Als toevallig een engel zou komen
Bungelen aan mijn kruis
Zou ik me misschien ook nog aan de voeten
Van Jezus zetten.
Maar het geloof kent geen maat
Noch de fado een reden.
Al het leven dat wordt geleefd
Schenkt het hart meer leven.