Je bent er nooit,
in mijn donkere dagen.
En soms denk ik aan jou.
Heb een ziel, groter dan de aarde.
Dus je houdt me, ook alle andere dingen.
Zo grijpbaar, vrij.
Je weet hoe je me moet vasthouden zonder mij vast te ketenen.
Je bent nooit van mij geweest, toch vind ik jou in mij.
Als een herinnering zonder oorsprong.
Wat wil je van me?
Je weet dat het me raakt,
de gedachten die je hebt,
ik begrijp ze nooit.
Zo ongrijpbaar, vrij.
Je weet hoe je me moet vasthouden zonder mij vast te ketenen.
Je bent nooit van mij geweest.
Toch vind ik je hier, zonder te bellen.
Zo immens, klein.
In een zee van gedachten, verdronken in een zee zonder naam.
Zo ongrijpbaar, vrij.
Je weet hoe je me moet vasthouden zonder mij vast te ketenen.
Je bent nooit van mij geweest.
Toch vind ik jou in mij.
Als een herinnering zonder oorsprong.
Zonder oorsprong.