Wij hebben ons hart opgegeten
zonder veel onbeholpenheid.
Ja, ik heb jouw angst gevoed,
ik heb hetgeen gedaan, dat ons verwondt.
Ik heb onder jouw hemd
de as van jouw vader gezien,
degene die jij veracht,
die jij onder de grond wil zien, oh, oh,
onder de grond, onder de grond, oh, oh.
Wat betreft de laatste nacht,
heb ik mijn fouten in brand gestoken,
mijn wensen doen stikken,
heb ik mijn lichaam gehaat.
Ik ken dit beeld
van jouw mond die zich kromt,
van jouw lippen bij schipbreuk ;
in jouw tranen, slaap jij, oh, oh.
Eindelijk slaap jij, jij slaapt oh, eindelijk slaap jij.