Beneden aan de rivier, bij de boten
Waar iedereen alleen wilt zijn
Waar je geen zon zit opkomen
Tot de rivier, zullen we rennen
Als bij het water, we drinken tot de bodem
Kijk naar de stenen op't rivierbed
Ik kan zien aan je ogen
Dat je nooit bent geweest naar de rivierkant
Beneden aan't water, het rivierbed
Iemand roept je, iemand zegt
Zwem met de stroom en vloei weg
Beneden aan de rivier elke dag
Oh mijn god
Ik zie hoe alles is gescheurd aan de bodem
En ik weet niet waarom ik ga
Beneden aan de rivierkant
Als de oude rivier je ogen passeert
Om het vuil weg te wassen
Ga naar het water, o zeer dichtbij
De rivier zal je ogen en oren zijn
Ik ga naar de kanten op mijzelf
Om te vallen in het water als een steen
Gekoeld tot het merg in de beenderen
Waarom kom ik hier heel alleen
Oh mijn god
Ik zie hoe alles is gescheurd aan de bodem
En ik weet niet waarom ik ga
Beneden aan de rivierkant