De chansons van Prévert brengen mij
de “souffles” van Verlaine in herinnering
Van de oude Ferré het geluid van de storm,
Boris Vian schrijft zijn verhaal op de trompet.
Rive Gauche in Parijs
Vaarwel mijn land
van muziek en poëzie
De lompe marktkooplui
Die trouwens alles al ingenomen hebben
komen hun spullen verkopen in de bibliotheek
In de bibliotheek, in de bibliotheek.
Hoe teder de nacht ook kan zijn
Ze gaat voorbij.
O mijn Zelda het is afgelopen met Montparnasse
Miles Davis die er zijn Greco laat klinken
Alle Morrisons hun Nico.
Rive Gauche in Parijs
O mijn eiland, O mijn land
van muziek en poëzie
van kunst en vol van vrijheid.
De oever heeft zich laten overnemen, hij is ingenomen.
Hij gaat sterven wat men er ook van zegt
En mijn chanson maakt het melancholiek.
Het leven is theater en herinneringen.
En wij zijn te koppig om er ons bij neer te leggen,
Om op de oevers rond te hangen, kom kijken
Je zou zeggen dat Jane en Serge er zijn op de Pont des Arts.
Rive Gauche in Parijs
Vaarwel mijn land
Vaarwel de jazz, vaarwel de nacht
Een eigen staat in het domein van de geest
Behandeld met minachting
Zoals Quebec door de Verenigde Staten
Net als wij.
Ah! de minachting! Ah, de minachting