Heel die liefde die ons samensmolt,
Alsof ze van was was
Viel in duigen en ging teloor.
O rampzalige lente,
'k had wel willen, wij hadden wel willen
Sterven op die dag.
En ze veroordeelden me tot zoveel,
Leven met mijn klaaglied
Leven, leven en zonder jou.
Levend echter zonder
die betovering te kunnen vergeten
Die 'k op die dag verloor.
Broodkorst der eenzaamheid
Is alles wat ons rest,
Dat wat we te eten krijgen.
Wat geeft het dat het hart
Zegt van ja of te nee
Als ‘t blijft leven.
Heel die liefde die ons samensmolt,
Viel in duigen en ging teloor,
Veranderde in verschrikking.
Spreek me niet van de lente,
'k had wel willen, wij hadden wel willen
Sterven op die dag.