de zee wil de kust van goud kussen,
het zonlicht verwarmt je huid,
al de schoonheid die voorheen was verloren
wil ons weer terug vinden
ik kan niet meer tegen je vechten,
vóor jouw ben ik aan het vechten;
de zee gooit stenen tegen elkaar
maar tijd, geeft ons gepolijste stenen
[Refrein]
we kunnen niet verder vallen,
als we geen gewone liefde kunnen voelen,
en we kunnen niet hoger reiken,
als we niet met gewone liefde kunnen omgaan
vogels vliegen hoog in de zomer lucht
en rusten op de wind;
dezelfde wind zal over ons waken,
we zullen ons huis in de bomen maken
jouw hart zit op mijn mouw;
heb je hem daar met een magische stift gezet?
voor jaren zou ik geloven,
dat de wereld het niet kon wegspoelen
want,
[Refrein]
zijn we sterk genoeg
voor gewone liefde?
[Refrein 2x]