Oud volk, herinner
En die van heden, leer
Hoe voor hun tijd
Het leven hier anders was
Zonder de zon de mensen leefden
Rondtastten zonder de maan
Met kaarsen het zaaien werd gedaan
Het planten uitvoerdden met fakkels
In die tijd leefden wij
Zonder de zonneschijn
Wie had onze zon bedekt
En wie had onze maan verborgen?
Zonder het maanlicht gestruikeld
Met onze vuisten frommelde het land
Met onze handen zochten we wegen
Met handen wegen, met vingers moerassen
We konden niet leven zonder de zon
Noch beheren zonder maanlicht
Wie zou op zoek gaan naar de zon
Wie de maan uitvissen?
Wie anders, als niet God
Die ene zoon van God?