Eerste strofe:
Alles gaat voorbij, alleen jij blijft,
Daarvoor is er een miljoen oorzaken.
Eén daarvan krijg ik nu niet onder de knie,
Jij bent noodzakelijk voor mij.
Onze aardbanen zijn in elkaar gelopen,
Wij zien een wereld die er niet is.
Ik ben tot jou aangetrokken, als door een magneet.
Dat is al voor niemand geen geheim meer.
Refrein:
Ik ben ontwapend,
Jij hebt me immers hard nodig.
Jij hebt me hard nodig.
Me nodig, me nodig.
De legende is vernietigd.
Ik ben ontwapend,
Jij hebt me immers hard nodig.
Jij hebt me hard nodig.
Me nodig, me nodig.
Ontwapend,
Jij hebt me hard nodig.
Me nodig, me nodig.
Tweede strofe:
Het hart is als broos glas,
Draag er alstublieft zorg voor.
Dat er met ons niets zal gebeuren,
Loop niet van me weg.
Onze aardbanen zijn in elkaar gelopen,
Wij zien een wereld die er niet is.
Ik ben tot jou aangetrokken, als door een magneet.
Dat is al voor niemand geen geheim meer.
Refrein:
Ik ben ontwapend,
Jij hebt me immers hard nodig.
Jij hebt me hard nodig.
Me nodig, me nodig.
De legende is vernietigd.
Ik ben ontwapend,
Jij hebt me immers hard nodig.
Jij hebt me hard nodig.
Me nodig, me nodig.
Ontwapend,
Jij hebt me hard nodig.
Me nodig, me nodig.
Ik ben ontwapend,
Jij hebt me immers hard nodig.
Jij hebt me hard nodig.
Me nodig, me nodig.
Ik ben ontwapend,
Ik ben ontwapend,
Ik ben ontwapend,
Jij hebt me immers hard nodig.
Jij hebt me hard nodig.
Me nodig, me nodig.
Ik ben ontwapend,
Jij hebt me immers hard nodig.
Jij hebt me hard nodig.
Me nodig, me nodig.
Ik ben ontwapend.