Nevel bedekt de daken,
de winter trekt (het land) binnen.
Voor zware balken, gebogen door leeftijd,
zal het de laatste zijn.
Het harde leven, vol trots, vol eer.
Geen geluid drinkt mijn oor binnen,
slechts kreten uit verstreken dagen,
wanneer ik Nordheim verloor.
Verloor!
Oh mijn Nordheim1, mijn bron, mijn oorsprong,
waarom zou dat gebeuren?
Het warme (haard)vuur van jouw hutten
is nooit weder gezien.
Ik sta bij jouw graf en denk aan
hoe mooi het hier eens was.
Van jouw trotse strijd om vrijheid
blijven alleen mos en varens over.
De oude sagen van onze (voor)vaderen,
de erfenis van onze voorouders.
Als hen2zou ik voor Nordheim vallen;
de kans is al lang gemist.
Gemist, gemist!
Weder stijgen de grijze rookpluimen
uit het woud omhoog.
Weder denk ik aan de dagen
wanneer ik mijn Nordheim verloor…
1. Nordheim (“Noordhuis”; “Noordheim”) = de naam van een aantal verschillende Duitse plaatsen (letterlijk “Huis van het Noorden”); een andere spelling die vaak voorkomt in het Duits is “Northeim”2. “Hen” verwijst naar de voorvaderen van de zanger/hoofdpersoon.