Dit lied van mij,
hymne van liefde,
zing ik nu voor jou
met mijn verdriet:
zo sterk, zo groot
dat het mijn hart doorboort.
Maar de ochtend is helder,
tussen de velden de geur van wijn.
Ik droomde over je en nu
zie ik je nog daar.
Ach, zo'n grote nostalgie,
fresco van heuvels.
Ik huil: wat een dwaasheid
was het om toen weg te gaan.
Deze melodie,
hymne van liefde
zing ik voor je en ik voel
al mijn verdriet:
zo sterk, zo groot,
dat het mijn hart doorboort.
Maar de ochtend is helder,
tussen de velden een grote molen.
Daar is mijn bestemming geboren,
bitter zonder jou...
Bitter zonder jou...
En dit hart zingt
een zoet melodrama.
Het is de hymne van liefde
die ik voor jou zal zingen.
Het is een melodrama
dat ik zing zonder jou.