Ik en mevrouw J.
hebben iets met elkaar.
Wij weten dat 't verkeerd is
maar 't is te sterk om er mee te stoppen
Wij ontmoeten elkaar iedere dag
om half zeven in hetzelfde café en niemand weet dat zij er zal zijn; hand in hand maken wij allerlei plannetjes
terwijl de jukebox ons lijflied speelt
Ik en mevrouw J.
hebben iets met elkaar.
Wij weten dat 't verkeerd is
maar 't is te sterk om er mee te stoppen
Wij moeten er extra voor zorgen
dat wij onze verwachtingen niet te hoog opschroeven.
Want zij heeft haar eigen verplichtingen
en ik de mijne.
Ik en mevrouw J. enz
Het is nu tijd om te vertrekken
en het doet zo'n pijn, zo'n pijn van binnen.
Zij gaat nu haars weegs en ik ga mijns weegs.
Maar morgen zien wij elkaar weer op dezelfde plek, dezelfde tijd
Ik en mevrouw J.
(Zelfde plek)
weten beide dat 't verkeerd is
(Zelfde tijd)
Iedere dag in hetzelfde café
(Zelfde plek)
Wij hebben iets met elkaar
Je weet dat 't verkeerd is
(Zelfde tijd)