Maan,
jij verlicht de nacht,
streelt je Parijs zo zacht.
Zie mijn gelaat dat naar liefde smacht.
Jij,
die in 't duister woont.
Je sterft als de zon zich toont.
Maar wacht, volg eens de baan van mijn aards bestaan.
Ik zie de traan van de maan, alleen,
voor wie alles om zich heen
zo leeg, zonder waarde lijkt.
Zijn hart Is al dood gegaan, maan.
Maan,
als de nacht verdwijnt,
blijf hier als de zon verschijnt
en wacht, bedek de schreeuw in de stille nacht.
De jammerklacht,
Quasimodo brult zijn pijn
door de nacht, verhult zijn stem.
Hij beklaagt zijn lot, zie hem.
Door jou glinstert elke traan.
Maan,
Houd over ons de wacht.
Het lijkt of een engel zacht lacht.
Maan,
toon me toch uw licht.
Maan, help me als ik dicht,
zie hoe mijn hart steeds weer zwicht
voor jou,
voor jou