Een vrouw heeft zich verloren
in de halucinatie en het poeder kennen
heeft zich verloren in deze mooie waanzin
haar smalle taille onder mij
heeft zich verloren in mijn vorm van liefhebben
heeft zich verloren in mijn afdruk in haar zee
ik zie een licht dat flikkert
en belooft ons in duisternis te laten
ik zie een hond huilend naar de maan
met een andere figuur die herrinert aan mij
ik zie meer: ik zie dat ze me niet vindt
ik zie meer: ik zie dat ze zich verloor
een onnoembare vrouw
vlucht als een meeuw
en ik droog snel mijn laarzen
schelt een aantekening en zet de klok stil
de liefde mag uitkijken met mij
dat ik zijn lied kan zingen
de lafheid is onderwerp
van de mannen, niet van de minnaars
de laffe liefdes zullen het niet brengen tot liefdes,
noch tot verhalen, ze blijven daar ergens hangen
de herinnering kan ze niet redden
noch de beste redenaar kan ze samenvoegen
een vrouw met hoed
als een schilderij van de oude Chagall
maakt zich verdorven midden in de angst
en ik , die niet goed ben, zet me aan het huilen
maar toen huilde ik om mij
en nu huil ik om haar te zien sterven