Mijnheer de president,
Ik schrijf je een brief,
die u misschien zal lezen,
als u tijd heeft.
Ik heb mijn militaire
papieren ontvangen:
Om naar de oorlog te vertrekken,
vóór woensdagavond.
Mijnheer de president,
Ik wil dit niet doen:
Ik ben niet op aarde
om mensen te doden.
Het is niet om u kwaad te maken,
Maar ik heb mijn beslissing genomen:
ik zal deserteren.
Sinds ik geboren ben,
heb ik mijn vader zien sterven,
Mijn broers zien vertrekken
en mijn kinderen zien wenen.
Mijn moeder heeft zo erg geleden
Dat ze nu al in haar graf ligt.
Daar spot ze met de bommen en de wormen.
Toen ik gevangen was heeft
men me mijn vrouw afgepakt
Men heeft me mijn lieve verleden ontstolen.
Morgen heel vroeg zal ik
de deur achter mij dichtdoen
….. en zal ik op weg gaan.
Ik zal mijn kostje bijeen bedelen
Op de Franse wegen
van Bretagne tot de Provence
En ik zal aan de mensen zeggen:
Weiger te gehoorzamen,
Weiger naar de oorlog te gaan,
weiger te vertrekken.
Al het nodig is zijn leven te geven,
Geef dan het uwe,
u bent een goede apostel,
mijnheer de president.
Als u me achtervolgt,
verwittig uw gendarmes
Dat ik niet gewapend zal zijn
En dat ze mogen schieten.