Ik haat haast hebben, de geluiden, de mist, de opgehangen tijd, van deze stad
Ik haat hakschoenen, dat ik onoplettend wegspoel in de opdringerige rioolputten van deze stad
Ik haat mezelf in de spiegel, niet voor de mankeringen, maar voor de domheid
Ik hou van buiten zijn, wetend dat ik altijd terug kan komen in deze stad
En vertel me of dit moment zin heeft, of mijn nutteloze dwalen nut heeft
En vertel me of er echt een bestemming is of dat ik zou moeten rennen voor het geluk
En ik ren, ik ren vooruit en ik kom terug, ik ontsnap, ik neem en ik beef, ik houd je adem stevig vast en denk aan mezelf, dat ik geen rem heb, ik duw hard, ik ben niet bang voor je, ik wil alles, ik wil jou...
Ik wil jou, ik wil jou, ik wil jou
Ik hou van het verkeer in het centrum, onoplettend parkeren, jouw lach, mijn instabiliteit
Ik hou van het strafbare doen, zelfs zonder een excuus, vrede sluiten in de avond, je zet de stad uit
En hiervoor hou ik van mezelf, van zelfliefde, zonder rationaliteit
Ik hou van buiten zijn, wetend dat ik altijd terug kan komen, in mijn stad
En vertel me of dit moment zin heeft, of mijn nutteloze dwalen nut heeft, en vertel me of er echt een bestemming is, of dat ik zou moeten rennen voor het geluk
En ik ren, ik ren vooruit en ik kom terug, ik ontsnap, ik neem en ik beef, ik houd je adem stevig vast en denk aan mezelf, dat ik geen rem heb, ik duw hard, ik ben niet bang voor je, ik wil alles, ik wil jou
Ik wil jou, ik wil jou, ik wil jou
En vertel me of je het wilt
En vertel me dat je het niet bent
Slechts een verwarde weerspiegeling die ik onderaan ons zie
En ik ren, ik ren vooruit en ik kom terug, ik ontsnap, ik neem en ik beef, ik houd je adem stevig vast en denk aan mezelf, dat ik geen rem heb, ik duw hard, ik ben niet bang voor je, ik wil alles, ik wil jou,
Ik wil jou, ik wil jou, ik wil jou, ik wil jou...
Ik wil jou, ik wil jou, ik wil jou, ik wil jou...