Ik droomde een kinderdroom
Ik ging weg van de open plek
Om door te dringen in dat bos voor me.
Hoe verder ik liep, hoe minder ik helder zag.
Ik verdwaalde in het donker
En hoe dieper ik binnendrong ontdekte ik
Dat de droom was overgegaan in een nachtmerrie
Omdat niemand, niemand me zocht.
In dit bos, ik ben er nog steeds
Is er een uitweg uit dit bos?
Sombere valstrikken van vegetatie
Een obscure en groene kathedraal
Verpletterend en vuil.
In dit bos vind je mensen
Die net als ik moeilijk vooruitkomen
In dat breisel van ingewikkelde takken
Van struikgewas , van kruipende wortels
Zo bedreigend, zo bedreigend.
In deze kindernachtmerrie
Hield de klimop mijn kreten vast
Ik trilde van machteloze angst
Ineengedoken huiverend voor de nacht.
Tussen dit onverschillige volk
Van bomen, bladeren, en wind
Had ik mijn eigen spoor verloren
Sindsdien weet ik wat te doen.
In dit bos, ik ben er nog steeds
Is er een uitweg uit dit bos?
Sombere vegetale valstrikken
Een obscure en groene kathedraal
Verpletterend en vuil.
In dit bos vind je mensen
Die net als ik moeilijk vooruitkomen
In dat breisel van ingewikkelde takken
Van struikgewas , van kruipende wortels
Zo bedreigend.
In dit bos, ik ben er nog steeds
Is er een uitweg uit dit bos?
Sombere valstrikken van vegetatie
Een obscure en groene kathedraal
Verpletterend en vuil.
In dit bos, ik ben er nog steeds
Is er een uitweg uit dit bos?