Een regen van tranen stroomt langs mijn vensterruit
Ik ben weer alleen, goedenavond, verdriet
Ik zit te dromen hoe dingen geweest konden zijn
En terwijl ik de ogen sluit overvalt me het vreemdste gevoel
Klop, klop, wie 's daar?
Zou dit de liefde zijn die komt aanlopen?
De deur staat altijd wijd open
Klop, klop, wie 's daar?
Doe je jas uit, nu de avond valt,
en kom binnen.
Kom de trap op en dan bid ik
Om iemand die kan delen in mijn toestand
Maar in plaats daarvan als ik me te ruste leg
Moet ik het allemaal aan mijn verbeelding overlaten
Klop, klop, wie 's daar?
Zou dit de liefde zijn die komt aanlopen?
De deur staat altijd wijd open
Klop, klop, wie 's daar?
Doe je jas uit, nu de avond valt,
en kom binnen.
La lala lalala la lala...
enz.
Ik zit te dromen hoe dingen geweest konden zijn
En terwijl ik de ogen sluit overvalt me het vreemdste gevoel
Klop, klop, wie 's daar?
Zou dit de liefde zijn die komt aanlopen?
De deur staat altijd wijd open
Klop, klop, wie 's daar?
Doe je jas uit, nu de avond valt,
en kom binnen.
Doe je jas uit en kom binnen.