Eens reisden wij helemaal alleen
Door de ruimten der oneindigheid als stof
Uiteindelijk vormden onze moleculen een steen
Terwijl wij onze rusteloze zwerflust bevredigden
In onze herinnering drijven wij ongekluisterd
Door ruimte en tijd
Tijdreizigers in vermomming
Mogen wij voor eeuwig op reis gaan
Zwijgend drijven wij af met moeite
Zwijgend zitten wij er samen in
Vechtend zochten wij een plek om ons één te voelen
Om het vacuum op te vullen met meer dan leegte
Met nog vele anderen bouwden wij een stralende zon
Om ons pad naar de eindeloosheid te verlichten
In onze herinnering drijven wij ongekluisterd
Door ruimte en tijd
Tijdreizigers in vermomming
Mogen wij voor eeuwig op reis gaan
Zwijgend drijven wij af met moeite
Zwijgend zitten wij er samen in
Wij namen zovele vormen aan in de loop van miljoenen jaren
En toch zijn wij de verdoolden
Er is geen vuurbaken aan het uitspansel
In onze herinnering drijven wij ongekluisterd
Door ruimte en tijd
Tijdreizigers in vermomming
Mogen wij voor eeuwig op reis gaan
Zwijgend drijven wij af met moeite
Zwijgend zitten wij er samen in
Zwijgend zitten wij er samen in