In de wilgentuin
bij de ondiepe stroom,
lig ik met jou,
jij schoonste aller schonen.
zachtjes wiegt het gras
in de avondbries,
spoedig slaap je
zachtjes kreunend in.
Voordat de bloemen verwelken
en treurnis en leed verschijnen
bescherm ik de liefde voor de eeuwigheid
Drink de wijn
tot op de bodem
en sluit de ogen.
Ik toef bij je
in het beladen uur,
spoedig treft jou
geen enkel leed meer.
Jouw adem
komt uiteindelijk tot rust,
aan jouw boezem
wil ik jouw hartslag beluisteren,
hoe het na uren
het ritme verliest,
in de wilgentuin
waar het gebladerte ritselt.
Voordat de bloemen verwelken
en treurnis en leed verschijnen
bescherm ik de liefde voor de eeuwigheid
Drink de wijn
tot op de bodem
en sluit de ogen.
Ik toef bij je
in het beladen uur,
spoedig treft jou
geen enkel leed meer.
Jij drinkt de beker, de gifbeker leeg.
Drink de wijn op...