Ik ben de kroonprins van het Place Dauphine
en het Place Blanche ziet er bleek uit.
De vrachtwagens zijn vol met melk,
de straatvegers zijn er met hun bezems.
Het is vijf uur.
Parijs wordt wakker.
Parijs wordt wakker.
De travestieten gaan zich scheren,
de stiptease-danseressen kleden zich weer aan,
de kussens zijn verkreukeld,
de verliefden zijn moe.
Het is vijf uur.
Parijs wordt wakker.
Parijs wordt wakker.
De koffie is in de kopjes,
de café's reinigen hun spiegel,
en op de boulevard Montparnasse
lijkt het station maar een geraamte.
Het is vijf uur.
Parijs wordt wakker.
Parijs wordt wakker.
De forenzen zijn in de stations.
in het slachthuis van Villette wordt het spek gesneden,
na Parijs bij nacht keren de bussen terug,
de bakkers maken hun broodjes.
Het is vijf uur.
Parijs wordt wakker.
Parijs wordt wakker.
De Eiffeltoren heeft koude voeten,
de Arc de Triomphe is weer ontstoken
en de Obelisk is mooi opgemaakt
tussen de nacht en de dag.
Het is vijf uur.
Parijs wordt wakker.
Parijs wordt wakker.
De kranten worden gedrukt,
de arbeiders zijn bedrukt,
de mensen worden wakker, gekweld
en voor mij, het is tijd dat ik naar bed ga.
Het is vijf uur.