Talrijke vellen heb ik volgeschreven
Ik heb verhalen geplot
Ik ben geen antwoord schuldig gebleven
Ik deed me als denker voor en heb de clown uitgehangen
Ik heb eigen wijsheden ten beste gegeven
En daarbij, zo denk ik, wat dwaasheden gedebiteerd
Ik heb gepraat alsof m'n leven er van afhing
En ik heb toch maar alleen één ding bedoeld:
Ik heb je lief
Ik heb je nodig
Ik verlaat me op jou
Ik bouw op je
Ik wilde zonder jou niet leven
Ik heb je lief
Ik heb getracht m'n beeldspraak steeds te vernieuwen
Maar nu gaat de tijd voor me dringen
Ik kan er niet langer omheen draaien (?)
Ik zeg het eenvoudigweg en zonder omwegen
Ik zeg het eenvoudigweg en schrijf
Op jouw spiegel, op de bank,
Op de beslagen vensterruit
Waarvoor ik zovele omwegen heb verzonnen:
Ik heb je lief
Ik heb je nodig
Ik verlaat me op jou
Ik bouw op je
Ik wil zonder jou niet leven
Ik heb je lief
Soms in gedachten zie ik ons beiden
Op een verlaten perron staan
Met tussen ons een onzichtbare barrière (?)
De een moet achterblijven, de ander moet gaan
Stemmen via de luidspreker, deuren die dichtslaan
En signalen vanuit de naderende trein.
Ik wil het telkens en telkens weer zeggen
En zeg het jou toch nooit te vaak:
Ik heb je lief
Ik heb je nodig
Ik verlaat me op jou
Ik bouw op je
Ik wilde zonder jou niet leven
Ik heb je lief