Nou, ik hoop niet verliefd te worden op jou
want verliefd worden maakt mij enkel maar neerslachtig
Er klinkt muziek en jij toont
jouw hart zodat ik ’t kan zien.
Ik had een biertje en nu hoor ik jou
naar me roepen
En ik hoop dat ik niet verliefd word op jou.
Er is gedrang in de ruimte, overal mensen
En ik vraag me af of ik jou een stoel moet aanbieden?
Nou, als je bij deze ouwe pias komt zitten,
neem dan die frons weg en breek ‘m
Ik weet dat wij ’t voor elkaar kunnen krijgen
voordat de avond voorbij is gegaan.
En ik hoop dat ik niet verliefd word op jou.
De avond haalt vreemde streken uit bij 's mans innerlijk
Jij begrijpt deze gevoelens van een ouwe kater niet
Ik keer me om om naar je te kijken
Je steekt een sigaret op.
Ik wou dat ik ’t lef had er één aan te steken.
Maar we hebben elkaar nog nooit ontmoet
En ik hoop dat ik niet verliefd word op jou.
Ik zie dat jij net zo eenzaam bent als ik.
En daar ’t zo laat is, wil jij wat gezelschap.
Ik keer me om om naar je te kijken
En jij kijkt terug
De knaap die bij je was is opgestaan en er vandoor gegaan
De stoel naast jou is onbezet
En ik hoop dat jij niet verliefd wordt op mij.
Nu is ’t sluitingstijd, de muziek wordt langzaam zachter
Laatste oproep voor een drankje, ik neem nog een donkere bier. / Ik keer me om om naar jou te kijken
Je bent nergens te vinden
Ik doorzoek de plaats naar het verdwenen gezicht.
Ik denk nog maar een rondje te nemen
En ik denk dat ik gewoon verliefd werd op jou.