Toen ik jong was was ik de fijnste knul die ik kende
Ik dacht dat ik was uitverkoren
Maar de tijd ging voorbij en ik ontdekte een paar dingen
Mijn schittering verbleekte terwijl de tijd verstreek
Ik dacht dat ik het volmaakte leven beleefde / Maar in de eenzame uurtjes wanneer de waarheid begint te knagen
Dan dacht ik terug aan de tijd dat ik me afwendde en talmde / Ik ben toch niet zo'n fijne knul.*
Toen ik jong was was ik zeer in trek,
Ik dacht dat ik het echt voor elkaar had.
Maar de tijd ging voorbij en ik was verloren in wat ik vond
De redenen vervaagden, de manier was onzeker
Ik dacht dat ik op de enige manier leefde
Maar daar ik zag dat het leven meer inhield dan van dag tot dag / Keerde ik om, ik had het teken aan de wand gelezen
Ik ben toch niet zo'n fijne knul
Ik ben toch niet zo'n fijne knul
In al de jaren doorgebracht tussen je geboorte en dood
Weet je dat je vaak genoeg je mond had moeten houden
Het bezorgt je een flinke schok wanneer die vergissing tot een val leidt
Ik ben toch niet zo'n fijne knul
Ik ben toch niet zo'n fijne knul
Toen ik jong was was ik de fijnste knul die ik kende
Ik dacht dat ik de verkozene was
Maar de tijd ging voorbij en ik ontdekte een paar dingen
Mijn schittering verbleekte terwijl de tijd verstreek
Ik dacht dat ik het volmaakte leven beleefde / Maar in de eenzame uurtjes wanneer de maan het enige licht verschaft Dacht ik terug aan de tijd dat ik me afwendde en talmde / Ik ben toch niet zo'n fijne knul
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
*Ik ben - achteraf gezien - toch niet zo'n fijne knul