Hier, waar de lucht valt,
ben ik bedekt met blauw.
Ik ren en ik kruip,
vechtend voor jou.
Als de regen stopt
wat, lieveling, moet ik dan doen?
En ik weet dat ik er helemaal in ga.
Maar waarom doe ik dat?
Jij geeft me een reden.
Iets om in te geloven.
Dat weet ik.
Jij geeft me betekenis,
Iets waar ik in kan ademen.
Dat weet ik.
Het is een bitterzoet gevoel.
Verlangen en ik vertrek.
Ik ga.
Maar ik wou dat ik daar bij jou was.
Oh, Ik wou dat ik daar bij jou was.
Er zit een barst in mijn raam.
Een vogel in mijn kamer.
Overal Engelen
die over je waken.
Als ik op water loop
zijn al mijn dromen waar geworden.
Toch: niets betekent niets,
zonder jou.
Jij geeft me een reden.
Iets om in te geloven.
Dat weet ik.
Jij geeft me een betekenis,
iets waar ik in kan ademen.
Dat weet ik.
Het is een bitterzoet gevoel.
Verlangen en ik vertrek.
Ik ga.
Vertel mijn hart te liegen
maar ik weet diep van binnen dat het waar is.
Dat ik wou dat ik daar bij jou was.
Jij geeft me een reden.
Iets om in te geloven.
Dat weet ik.
Jij geeft me een betekenis,
iets waar ik in kan ademen.
Dat weet ik.
Het is een bitterzoet gevoel.
Verlangen en ik vertrek.
Ik ga.
Vertel mijn hart te liegen
maar ik weet diep van binnen dat het waar is.
Dat ik wou dat ik daar bij jou was.