Je meertalige zakenvriendin
heeft haar koffers gepakt en is gevlucht.
Ze liet alleen met as gevulde asbakken achter.
En lippenstift op het niet opgemaakte bed.
Bij nader inzien is de spiegel,
weer op de muur geklommen.
Want de vloer vond ze te scheef.
En het plafond was te hoog.
De omslagen van je broek zijn vies.
En je schoenen zijn verkeerd geveterd.
Je kunt maar beter je hoed afzetten,
want je overjas is te lang.
De stadsklok op het marktplein,
staat te wachten op het uur,
dat de wijzers beide achteruit gaan.
En elkaar rakend zullen ze verslinden,
zowel henzelf als ook iedere dwaas,
die durft te zeggen hoe laat het is.
En de zon en maan zullen te pletter vallen.
En de wegwijzers wijzen de weg niet meer.
De omslagen van je broek zijn vies.
En je schoenen zijn verkeerd geveterd.
Je kunt maar beter je hoed afzetten,
want je overjas is te lang.