Hamburg in de regen, het asfalt glimt.
Hamburg in de regen, grijs en zo koud.
Maar jij bent bij mij en het is fijn
Om door Hamburg in de regen te gaan met jou.
Met jou, met jou, met jou, met jou.
Hamburg in de regen, een paraplu en wij beiden.
Ik ben veilig en voel me zo vrij.
Ik zou nergens anders gelukkiger zijn
Dan in Hamburg in de regen alleen met jou.
Met jou, met jou, met jou, met jou.
Twee die elkaar mogen en die geloven
Dat ook bij regen de zon kan schijnen, ja —
Hamburg in de regen, de straten zijn verlaten;
En die ons tegenkomen zijn zeer verbaasd
Wij lachen en doen alsof er nies fijner is
Dan door Hamburg in de regen te gaan wandelen
Met jou, met jou, met jou, met jou.
Twee die elkaar mogen en die geloven
Dat ook bij regen de zon kan schijnen, ja —
Hamburg in de regen, het asfalt glimt.
Hamburg in de regen, grijs en zo koud.
Maar jij bent bij mij en het is fijn
Om door Hamburg in de regen te gaan met jou.
Met jou, met jou, met jou, met jou.