Niemand slaagt wat hij verlangt te vervullen,
hoe sterk hij ook is of wat hij ook willen mocht,
Als hij niet de belofte van liefde
Die een illusie voedt, te waarderen weet
Een vrouw is als een gitaar
Niet zomaar iets dat je omklemt en klinken laat.
Maar wie zou weten met haar om te gaan,
Betovert haar ziel met zijn handen die haar te bespelen weten.
Daarom tast een hart dat gelukkig wil zijn mak'lijk mis.
Trieste gitaar die een hartsvriend
Zoekt in de handen van wie
Voor haar klaaglied niet gevoelig is.
Er is niemand die van ’t leven niet
’t Verdiend’ geluk verlangt waarvoor hij eens geboren werd.
En zo zeer weet ‘t leven te liegen,
Dat je ‘t goede voelen gaat in wat het ons niet gaf.