[Strofe 1]
Zes uur 's morgens, mag ik je vasthouden?
Zijn we klaar met praten? Moeten we dat zijn?
[Refrein]
Ik heb zitten denken dat het voorbij was
Ik heb zitten denken, ik moet het zeker weten
Ik heb zitten denken dat het voorbij was
Ik heb zitten denken, ik moet het zeker weten
Ik heb zitten denken dat het voorbij was
Ik heb zitten denken, ik moet het zeker weten
Ik heb zitten denken dat het voorbij was
Ik heb zitten denken, ik moet het zeker weten
[Narefrein]
(Da-da-da-da, da-da-da-da, da-da-da-da)
(Da-da-da-da, da-da-da-da, da-da-da-da)
Ik moet het zeker weten
(Da-da-da-da, da-da-da-da, da-da-da-da)
(Da-da-da-da, da-da-da-da, da-da-da-da)
[Strofe 2]
Nu weet ik wat je wilt
Maar het is te laat (Ayy, ayy, ah)
Je probeert goed van me te hou-houden
Maar het werkt niet (Ayy, ayy, ayy, ayy)
[Refrein]
Ik heb zitten denken (ik heb zitten denken)
Ik heb zitten denken (het was voorbij)
Ik heb zitten denken, ik moet het zeker weten
Ik heb zitten denken (ik heb zitten denken) dat het voorbij was
Ik heb zitten denken, ik moet het zeker weten
Ik heb zitten denken dat het voorbij was
Ik heb zitten denken, ik moet het zeker weten
Ik heb zitten denken dat het voorbij was
Ik heb zitten denken, ik moet het zeker weten
[Narefrein]
(Da-da-da-da, da-da-da-da, da-da-da-da)
(Da-da-da-da, da-da-da-da, da-da-da-da)
Ik moet het zeker weten
(Da-da-da-da, da-da-da-da, da-da-da-da)
(Da-da-da-da, da-da-da-da, da-da-da-da)
[Refrein]
Ik heb zitten denken dat het voorbij was
Ik heb zitten denken, ik moet het zeker weten
Ik heb zitten denken dat het voorbij was
Ik heb zitten denken, ik moet het zeker weten
[Narefrein]
Ik heb zitten denken dat het voorbij was
(Da-da-da-da, da-da-da-da, ah)
Ik heb zitten denken dat het voorbij was
(Da-da-da-da, da-da-da-da, da-da-da-da)
Ik heb zitten denken dat het voorbij was (Ah)
(Da-da-da-da, da-da-da-da, ayy, ayy, ah)
Ik heb zitten denken dat het voorbij was