Nu zie ik de winterse dageraad,
De wind wordt verraderlijk koud.
De zomertijd lijkt zo lang geleden,
Net als de verhalen die werden verteld.
We spraken over dromen die
bij ons opkwamen toen wij jong waren.
Maar toen het morgen werd
spraken wij met gespleten tong.
Mijn liefde is kortstondig
Mijn man kon iedere willekeurige zijn
En onze liefde
is een ondergaande zon.
Bij onze avondwandelingen
door het kerkhof
brengen die gegraveerde namen
een nieuw nuance in mijn gedachten aan.
Maar hij en ik, wij beiden wisten
Dat het brood dat wij brachten
Nooit hun plaats zouden innemen.
Wat koud is moet men niet tegemoet zien.
Mijn leven is kortstondig,
Mijn werk is gewoon een gesponnen web
O, mijn leven
is een ondergaande zon.
Ik weet niet waar ik heenga
Maar er gaat niemand met me mee
Ik laat niet af de zon achterna te gaan
Maar daar ga ik, kijk hoe ik er vandoor ga
Daar ga ik
Kijk hoe ik er vandoor ga
Daar ga ik
Kijk hoe ik er vandoor ga
Mijn liefde is kortstondig
Mijn man kon iedere willekeurige zijn
En onze liefde
is een ondergaande zon.
Mijn leven is kortstondig
Mijn werk is gewoon een web dat ik gesponnen heb
O, mijn leven
is een ondergaande zon.
Verbijsterd door de leugens die wij verweten
Bereikten wij het einde te vroeg
Ik meende het toen ik je vertelde
Dat wij zo raadselachtig zijn als de maan.