Half zeven, wintermorgen
De sneeuw blijft vallen, een stille zonsopgang
Een roos met een andere naam
Eva verlaat haar Zwanenbeekhuis
Het liefste hart dat het altijd teweegbracht
Beschaamd over mezelf
Ze loopt alleen, maar niet zonder haar naam
Eva vliegt weg
Droomt de wereld ver weg
In dit wrede kinderspel
Is er geen vriend om haar naam te noemen
Eva zeilt weg
Droomt de wereld ver weg
Het Goede in haar zal mijn zonnebloemenveld zijn
Bespot door mensen naar de diepste schaamte
Een klein meisje met een leven voor zich
Voor de herinnering van één lief woord
Zou ze tussen de beesten verblijven
Tijd voor nog één gewaagde droom
Voor haar ontsnapping, edenstraal
Zullen we haar doden met haar eigen liefhebbende hart
Eva vliegt weg
Droomt de wereld ver weg
In dit wrede kinderspel
Is er geen vriend om haar naam te roepen
Eva zeilt weg
Droomt de wereld ver weg
het Goede in haar zal mijn zonnebloemveld zijn