El Alazán. ( De Goudvos )
Letra: Atahualpa Yupanqui
Música : Pablo del Cerro.
Inleiding
Men zegt dat een man “te voet “
slechts een schim is van een gaucho
Dat, niet méér, zal ik zijn
Want ik heb mijn paard verloren.
Eigenlijk hou ik niet van weemoed
Want die kost je levensjaren
En het hart verbloed
van droefheid, onderweg
Met de teugels aangetrokken
En met belletjes die rinkelen
Leek het wel of hij me vroeg
Wat is er met je, metgezel.
En zo ga ik, zo ga ik verder
De berg op, of de vallei in.
Eenzaam en weemoedig
Want ik heb mijn paard verloren.
Lied:
Hij leek wel een lint van vonken
als hij voluit in galop was
Manen oplaaiend als vlammen
Mijn Goudvos, noemde ik je.
Door de bergen bij maanlicht
Door de valleien bij sneeuwval
Overal reden wij samen
Mijn Goudvos, noemde ik je
n’ Duistere lasso van nevel
heeft je verstrikt bij de afgrond
Waarom zag je hem niet komen ?
Naar welke ster was je aan het kijken?
In de diepte van de afgrond
Niemand om zijn naam te noemen
Eenzaam is hij gestorven
Mijn paard, mijn paard
Aan een vork van het hekwerk
hangt een haverzak, verlaten
Een corral zonder gehinnik
Mijn Goudvos, noemde ik je
Als er zoals mensen zeggen
een hemel is voor goede paarden
Dan gaat mijn pijlsnel paard daarheen
Galopperend, galopperend.
In de diepte van de afgrond
Niemand om zijn naam te noemen
Eenzaam is hij gestorven
Mijn paard, mijn paard
Vertaling : Teun M. Tieleman.