De dag vlucht snel van de stad
het drinkt van de schaduwen
en toont zijn ware natuur
de plassen glimmen door het ijs
aan de hemel glanst een silvere streep
de avond verandert dou in vorst
de bloedloosheid op onze wangen maakt ons mooi als engelen
ze zouden moeten knielen
en bidden dat de maan verborgen blijft
we zijn als ijsbloemen, we bloeien in de nacht
we zijn als ijsbloemen, veel te mooi voor de dag
we zijn als ijsbloemen, koud en zwart is onze macht
ijsbloemen bloeien in de nacht
de morgen verandert vorst in dou
de dag maakt alles licht en grau
we kleden ons in treurigheid
toch gaat de dag en komt onze tijd
wie glimmen wil, vlucht voor het licht
en toont het duister zijn aangezicht